Ga naar de inhoud

Bijeenkomst Nunspeet: Elektrificatie vergt praktische afstemming.

Dat werd duidelijk tijdens de sessie die het Infra Platform Oost en De Groene Koers organiseerden. Het ene project is het andere niet én opdrachtgevers zijn ook niet met elkaar te vergelijken. Céline Blom, waarnemend burgemeester van de Gemeente Nunspeet, gaf daar een goed voorbeeld van. Het stationsplein in Nunspeet wordt emissievrij opnieuw ingericht en de overheidsgebouwen zijn (bijna) energieneutraal. Bouwmaterieel alleen op groene stroom laten draaien wordt echter moeilijk, mede omdat er in de gemeente geen windmolens geplaatst mogen worden.

Wil je emissievrij draaien dan kun je ook niet op alle paarden tegelijk wedden. Emissievrij aan de uitlaat én een groene energiebron én contracten waarbij iedere aannemer in de handen wrijft, zijn in deze transitiefase te veel gevraagd. Maar Bas DrijversSil Polman en Jordi Leijnse lieten zien dat er wel mogelijkheden zijn als aannemers en overheden ondernemend denken. Zoals het proactief zoeken naar alternatieve energievoorzieningen. De stroomkaart die Jordi (NRG Accounting) liet zien, toonde de mogelijkheden zoals kermisaansluitingen en gemalen. Daar ligt volgens hem een verantwoordelijkheid voor gemeentes. Maar ook aannemers moeten een tandje bijzetten. Bijvoorbeeld door het verbruik van de in te zetten machines goed in kaart te brengen.


Sil, Gemeente Arnhem, denkt in mogelijkheden. Dat resulteerde erin dat binnenkort de vierde laadhub (gefaciliteerd door de gemeente) beschikbaar komt. “Door de energievoorziening te faciliteren, creëren we een gelijk speelveld”, zegt hij. Daarnaast kijkt hij naar de contractmogelijkheden. De pilot aan de Hugo de Grootstraat is door een bouwteam uitgevoerd. Maar de gemeente gaat ook ervaring opdoen met emissiearme openbare aanbestedingen en een meervoudige onderhandse aanbesteding.

Bas, gemeente Eindhoven, voegde daaraan toe: “Marktpartijen zeiden tegen ons: als jullie een vraag stellen, dan lossen wij hem op.” Dat kenmerkt de bouwsector en geeft ook de verantwoordelijkheid van de overheid aan. Daarom gaan hij en Sil in gesprek met ondernemers, preferred suppliers. Want al willen beiden primair de schoonste leveranciers contracteren, iedereen moet mee en dat kan alleen door ook oor te hebben voor de markt. Zeker omdat beide gemeentes ambitieus zijn en aangeven de komende jaren echt stappen te zetten. Zo wil Eindhoven versnellen door vanaf 2025 voor het lichte materieel minimaal StageV + HVO100 uit te vragen. Terwijl Arnhem leerde dat emissiereductie voornamelijk wordt gerealiseerd door schonere mobiele kranen, shovels en aggregaten. Daar wordt meer op ingezet. Hoe dat vorm krijgt? Ons advies is: schuif aan bij de aannemersdagen.

Samenvattend:

  1. Een (betrouwbaar) perspectief is nodig voor aannemers om te kunnen investeren. (uniformering bij gemeenten is hiervoor nodig)
  2. Opdrachtgever moet deels de regie pakken voor laadinfrastructuur. (Bestaande aansluitingen bieden al veel mogelijkheden).
  3. Marktpartijen en overheden moeten samenwerken, de hele keten moet mee kunnen doen. Hierin moeten ook de ketenpartners (onderaannemers) worden betrokken.

Wie is De Groene Koers?

De Groene Koers wordt vertegenwoordigd door:

  • Koninklijke Bouwend Nederland – Jorrit van Ommen
  • BMWT – Hans Zwaanenburg
  • Cumela – Nico Willemsen
  • Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners – Mario Geuze
  • MKB Infra – Pieter Boelhouwer

Initiatief van


© De Groene Koers – 2021