Ga naar de inhoud

Een mix van schone diesels en bedrade machines

Een maand geleden reed een elektrische trommelzeef van Ponar de loskade op bij A. Molenaar in Bergambacht. En een maand later passeerde de nieuwe (Stage V) Hitachi X210LC-7 met een verlengde giek, vast krantenstuk en 3D GPS de poorten. “Dat hele elektrificatievraagstuk moet je praktisch bekijken, daarom schaffen we zowel schone dieselmachines als elektrisch materieel aan. Voor 100% elektrisch rijdend materieel is het namelijk nog te vroeg!”, is de mening van André Molenaar. 

Toch hoefde hij over deze bedrade trommelzeef niet lang na te denken. “En ook als we de kraan op de loswal vervangen wordt het een elektrisch exemplaar.” Dat komt mede omdat aan de bedrade uitvoering van de trommelzeef hetzelfde prijskaartje hangt als aan de dieselvariant. Bedrade machines hebben namelijk geen accu’s en bijkomende software; waardoor ze veel goedkoper zijn dan rijdend elektrisch materieel. Daar komt bij dat ook voor deze machines geprofiteerd kan worden van extra belastingvoordeel. “Door van de MIA gebruik te maken, is de trommelzeef onder de streep zelfs goedkoper.”

Voor het rijdend materieel gaat eenzelfde rekensom niet op, al zijn het niet eens de meerkosten die André afschrikken. “Ja, het wordt lastig om de hogere investeringskosten door te berekenen, maar voor ons speelt ook de vraag ‘Is er voldoende stroomvoorziening op het werk?’ een belangrijke rol.” Om naast een elektrische machine een (diesel)aggregaat te zetten, is volgens hem ook geen optie. “Daarmee verlaag je de emissies niet.” 

Effectiever voor het terugdringen van de uitstoot is het om, zoals A. Molenaar dat deed, alle Hitachikranen – variërend van 1 tot 70 ton - te vervangen voor Stage IV en V kranen. “We hebben inmiddels trede 3 van de CO2-prestatieladder bereikt en bij een riool- en straatwerkproject draaien we nu 100% op HVO. Dat kost twee kwartjes meer per liter, maar ook zo kunnen we schoon werken.” Neemt niet weg dat hij zich niet zijdelings oriënteert. “We hebben een 3,5 tons Giant shovel die we bij straatwerken inzetten. Wij wachten op dit moment op de vervanger die ontwikkeld wordt. Het voordeel van deze kleine shovel is dat hij af fabriek wordt geleverd en de meerkosten daardoor beperkt blijven tot zo’n 30%.” Dat zijn meerkosten die redelijk door te berekenen zijn. Helemaal omdat het bedrijf in zijn eigen stroom voorziet, de zonnepanelen op de daken leveren zo’n 50.000 kWh per jaar op. “Daarnaast is het prettig dat elektrische machines stiller zijn. Vooral op de loskade, waar andere bebouwing omheen staat, is dat een voordeel.” Voor de nieuwe trommelzeef komt daar nog een voordeel bij. Voor zeven is droog weer nodig, precies wanneer de zonnepanelen het meest opleveren. De opgewekte energie wordt dus direct ingezet.

Neemt niet weg dat de aanschaf van de elektrische trommelzeef toch enige aanpassingen vergde. “Komende maand wordt de trommelzeef operationeel. We hadden hier namelijk een 5x150A aansluiting, deze wordt verzwaard naar 3x220A. Begin dit jaar hebben we de aanvraag bij de netbeheerder gedaan en over een paar weken wordt de nieuwe aansluiting gerealiseerd.”

Wie is De Groene Koers?

De Groene Koers wordt vertegenwoordigd door:

  • Koninklijke Bouwend Nederland – Jorrit van Ommen
  • BMWT – Hans Zwaanenburg
  • Cumela – Nico Willemsen
  • Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners – Mario Geuze
  • MKB Infra – Pieter Boelhouwer

Initiatief van


© De Groene Koers – 2021