Ga naar de inhoud

Het financiële plaatje is lastig

“Er zijn veel redenen waarom wij het plaatje voor elektrisch werken niet kloppend krijgen”, valt Reinoud Slob met de deur in huis. En hij is lang niet de enige die er zo over denkt. Veel ondernemers zijn bezorgd over het tempo waarmee de overheid wil verduurzamen. Off the record klinkt er gemor, maar toch zijn er maar weinig ondernemers bereid tot een interview. Reinoud Slob wel: “Mijn voordeel is dat ik werk in onderaanneming en overheden niet mijn directe klanten zijn.” 

Reinoud houdt de ontwikkelingen op het gebied van elektrificatie en waterstof nauwlettend in de gaten, maar plaatst kanttekeningen bij de snelheid die de overheid voor ogen heeft. “Het is nu eenvoudigweg nog niet te betalen, zeker niet voor een bedrijf als het onze. We draaien met tractoren (met kiepwagens) en vijf mobiele kranen. Elektrische trekkers zijn (nog) niet leverbaar en voor elektrische 15-tons graafmachines geldt: deze zijn onbetaalbaar. Als ik de graafmachines de komende jaren vervang, dan ben ik € 2,5 miljoen kwijt. Geld dat ik niet kan terugverdienen.” 

Hoge kosten

Die redenatie kan hij hard maken. “Een graafmachine inclusief machinist en brandstof kost zo’n € 80 per uur en moet minstens 1400 draaiuren per jaar maken. Als ik dan kijk naar de aanschafkosten dan is de diesel ongeveer € 180.000, terwijl ik voor de elektrische variant een half miljoen euro kwijt ben.” SEB-subsidie helpt, maar kan volgens hem het grote prijsverschil (meer dan anderhalve ton) niet overbruggen of de opdrachtgever moet diep in de buidel tasten. “En dan heb ik de verwisselbare accu nog buiten beschouwing gelaten. Voor onze werkzaamheden, waarbij we de nodige meters maken, is een wisselaccu essentieel. Maar daarbij lopen we tegen extra problemen aan. Een wisselaccu kost € 85.000, maar er is geen bank die deze accu’s financiert omdat ze kwetsbaar zijn.” 

null

Milieuzones

Wat merkbaar is in het gesprek, is dat Reinoud zijn steentje echt wel wil bijdragen. Bij De Groene Boog werkte hij met HVO en onlangs investeerde hij in een Stage V machine. Maar de financiële en praktische uitdagingen van elektrisch draaien zijn (te) groot. “Neem bijvoorbeeld Rotterdam waar de milieuzones steeds verder worden uitgebreid. Zelfs al heb ik een elektrische machine, dan kan ik deze machine bijna niet met een emissievrije vrachtauto op de bouwlocatie krijgen. Op eigen kracht lukt dat ook niet, daarvoor is de actieradius van een 15-tonner te klein; deze kan de afstand vanaf de rand van de stad naar het centrum niet of nauwelijks overbruggen. Deze middenklasse gravers kunnen namelijk wel een dag werken, maar het gewicht verplaatsen kost veel energie.”

null

Nieuwe scenario’s

De vraag aan Reinoud is: hoe nu verder? “Een paar scenario’s zijn denkbaar. Of er komt meer geld beschikbaar vanuit opdrachtgevers óf emissievrije machines moeten goedkoper worden. En eigenlijk moeten deze nieuwe machines ook stabieler gaan presteren. Ik zie nog te vaak dat elektrische machines stilstaan, al verwacht ik wel dat de prestaties komende jaren wel beter worden. En als laatste: de overheid kan ook de lat minder hoog leggen, zodat wij met biodiesel, biogas of waterstof verbrandingsmotoren aan de slag kunnen; dat is voor ons wel haalbaar.”

Wie is De Groene Koers?

De Groene Koers wordt vertegenwoordigd door:

  • Koninklijke Bouwend Nederland – Jorrit van Ommen
  • BMWT – Hans Zwaanenburg
  • Cumela – Nico Willemsen
  • Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners – Mario Geuze
  • MKB Infra – Pieter Boelhouwer

Initiatief van


© De Groene Koers – 2021